'Wat is dat schilderij vuil!', zo riep ik uit, toen ik Huiswaarts door Anton Mauve voor het eerst te zien kreeg. Ik had daarbij de schitterende versie uit het Toledo Museum of Art - ook wel 'het natste schilderij uit de Nederlandse kunstgschiedenis' genoemd - nog helder voor ogen, omdat het in de zomer van 2010 op de tentoonstelling De Ontdekking van Nederland in Apeldoorn te zien was geweest. En dus raadde ik de eigenaren aan om vooraleerst te investeren in een restauratie, die het schilderij in al zijn oorsponkelijke schoonheid zou terugbrengen.
'Even een kijkje in de keuken', zo schreef de restaurator enkele maanden later, toen zij de foto’s van de schoonmaak van het schilderij doorstuurde, 'Het wordt een prachtige symfonie in grijswaarden'. En met die woorden had zij de essentie van Mauve’s schilderij in een keer treffend benoemd, want inderdaad is Mauve’s Huiswaarts bovenal een geraffineerd en subtiel samenspel van tinten grijs, waarmee de melancholische sfeer en de desolaatheid van de scène wordt overgebracht.

Mauve schilderde Huiswaarts in zijn jaren in Den Haag. Het is een topstuk uit de zogenaamde Haagse School en stelt de weg naar Dekkersduin voor, waar de kunstenaar kort na zijn aankomst in 1871 een atelier liet bouwen. Daar, in de verlatenheid van dat atelier, schilderde hij de voor de Haagse School zo klassiek geworden onderwerpen als sleperspaarden op het strand en ook de hier getoonde verlaten weg in de regen naar Dekkersduin, steeds in meerdere versies.
Veel van deze versies werden onmiddellijk na voltooiing naar Amerika verkocht, bijvoorbeeld de versie van Huiswaarts nu in het Toledo Museum of Art, omdat de industriëlen aldaar juist deze schilderijen als de echt moderne kunst van hun tijd beschouwden. Tegelijkertijd werden deze schilderijen ook verzameld door de industriële families in Eindhoven, die zoals hun Amerikaanse collegae, juist in deze eenvoudige en stemmige landschappen ‘hun’ moderne kunst zagen. De kunsthandel die deze groep steeds bediende was Kunsthandel van Wisselingh & Co, in Amsterdam. Deze Eindhovense verzamelcultuur van begin 20e eeuw was in 1960 het onderwerp van de tentoonstelling Eindhoven verzamelt in het van Abbe in Eindhoven. De tentoonstelling bracht vele topwerken uit de Haagse en Amsterdamse School vanuit particuliere verzamelingen tesamen en mag met recht een eerbetoon aan die families heten: Philips, Schellens etc.
En vreemd genoeg had het Singer Museum nou net niet zo’n Anton Mauve. Vanaf 2011 is Huiswaarts daar nu thuis (https://www.singerlaren.nl/).
