Isaac
< Projecten

ISAAC WALRAVEN: “NET ZO GOED ALS DE RIDDER VAN DER WERFF”

Vrijdag 26 januari 2018

Isaac Walraven (1686-1765), Kinderen vinden een vogelnestje maar krijgen er ruzie over. Een gesigneerd en gedateerd 1718; de tweede gesigneerd en gedateerd 1720, olie op koper 35 x 31 cm, een paar (2)

Isaac Walraven geldt vandaag de dag nou niet bepaald als een bekende schilder. Zijn oeuvre is slechts klein en komt zelden of nooit aan de markt. Toch werd dit paar schilderijen, dat zich al meer dan twee eeuwen in dezelfde familie bevond en daardoor totaal onbekend was gebleven, recent aan de verzamelingen van het Rijksmuseum toegevoegd. Dat komt zo.

Volgens Jan van Gool (1685-1763), die Walravens biografie optekende, reisde de jonge Isaac in opdracht van zijn vader naar Düsseldorf om daar bij Keurvorst Johann Wilhelm van de Palts de door hem bestelde juwelen af te leveren. Tijdens het bezoek raakte hij zo onder de indruk van de vorstelijke verzamelingen, dat hij ter plaatse besloot zijn opleiding als juwelier bij zijn vader te beëindigen en schilder te worden. Dat dit geen jeugdige bevlieging was, bewijst een tweede reis naar Düsseldorf om de schilderijen te kopiëren.

Behalve Italiaanse bronzen bestond de keurvorstelijke galerij ook uit een rijke collectie schilderijen van ‘fijnschilders’. Deze stijl, die door Gerard Dou in de jaren 1630/40 in Leiden was geïntroduceerd en die tot doel had om de kijker te trakteren op wondertjes van realistische verfijning op klein formaat, had zich in de loop van de 17e eeuw tot zo’n grote hoogte ontwikkeld dat deze schilderijen op het verlanglijstje waren komen te staan van de adel aan de Europese hoven. Vooral de Düsseldorfse keurvorst had kosten noch moeite gespaard om prachtige voorbeelden van deze schilderkunst te verwerven. Een van zijn eerste en belangrijkste coups was het schilderij van spelende kinderen bij een Herculesbeeld uit 1687 door Adriaen van der Werff, nu in de Alte Pinakothek in München (https://www.sammlung.pinakothek.de/de/artist/adriaen-van-der-werff/spielende-kinder-vor-einer-herkulesgruppe).

Isaac

Het kan niet anders dan dat Walraven dit schilderij in Düsseldorf moet hebben gezien. Want ook bij Van der Werff zijn de kinderen druk in de weer met een vogelnestje. Maar waar het bij Van der Werff gaat om vorming en educatie, laat Walravens bijna filmisch het verloop van het spel zien. De catalogus van Walravens nalatenschapsveiling van 14 oktober 1765, waar de schilderijen als lot 2 en 3 werden aangeboden, beschrijft ze zo: “Drie spelende kindertjes, in een landschap met gebouwen, Ao 1718, hoog 14 ½ duim, breed 12 duim. Hier in is verbeeldt twee jongetjes en een Meisje, bij Gelegentheid dat deze kinderen Bloeme gezogt hebben, om Festonnen voor de Priapus, die achter haar legt, te Vlegten, hebben zij een Nesje met twee Jonge Vogeltjes gevonden, het Meisje dat het Nesje in haar Hand houdt, wyst het knielende Jongetje met de vinger de Vogeltjes, ’t geen deze Beesjes doet gaapen, dat het Meisje stemmig doet lachen, agter deeze staat een tweede Jongetje met een Satirieke lagchende Tronie, die de Volgeltjes ook aanwyst “ en “In dit Stuk wert verbeeld een Hofgezicht, in het zelve zijn drie Kinderen, en vertoont dat alle vreugde der Kinderen haast kan veranderen: zij zijn te samen in geschil geraakt, wie van driën dit Nestje met Vogels toekomt, het welke zo hoog gerezen is, dat zy Handgemeen zyn geworden, het eene Jongetje dat zeer vertoornt uitziet, heeft het Meisje bij het haar agter over getrokken, en het twede Jongtje neemt inmiddels zijn slag waar, want hebben het Nesje weggenomen, stelt het op een loopen, dog de vrees dat het hem door de anderen zal ontnomen worden, doet hem zoo angstig omzien, dat door zyn schielyke vlugt, het eene Vogeltje uit het Nesje valt“.

En dat de schilderkunstige kwaliteit ook toen al werd herkend blijkt uit de toevoeging : "Dit Stukje (en de weergaê) is zeer fraay van tekening, delicaat en uitvoerig op kopere Plaat geschildert en zoo goet als van de Ridder van der Werff”.

Isaac