Hendrik van Vliet
< Projecten

Eerbetoon aan een voorvader

Maandag 2 Oktober 2017

Het geslacht Teding van Berkhout vindt zijn oorsprong in de 15e eeuw in Hoorn. Hier woont de in 1446 geboren smid Jan van Berkhout, wiens zoon Pieter Jansz. (c.1472-1558) schepen en burgemeester van de stad wordt. Zijn zoon Jan Pietersz. Berkhout (c.1516-1587), eveneens burgemeester van Hoorn, trouwt met Cornelia Teding van Cranenburgh (1527-1566). Hun vijf kinderen nemen, als eerbetoon aan hun te vroeg overleden moeder, de naam Teding van Berkhout aan.

Eén van die vijf kinderen is Jan Jansz. Teding van Berkhout (1547-1633), die zich zeer verdienstelijk maakt in de oorlog tegen de Spanjaarden en daaraan de prestigieuze benoeming van Commandeur van de Admiraliteit van het Noorden overhoudt. Ook ontvangt hij aanzienlijke domeinen in het gewest Holland.

Jans zoon Adriaan (1571/2-1620) bouwt, als rechtsgeleerde verbonden aan het Hof van Holland en als Staatsraad, de reputatie van de familie verder uit. Hij vestigt zich na studies in Leiden en Orléans in Den Haag en trouwt met de uit Delft afkomstige Margaretha van Beresteyn. Als voorstander van een gematigde politiek, behoort hij tot de vertrouwelingen van Johan van Oldenbarneveldt, die hij daags voor diens executie op 13 mei 1619 nog bezoekt. Een jaar later overlijdt Adriaan zelf en wordt in de Nieuwe Kerk in Delft begraven. In zijn epitaaf wordt hij geroemd om zijn grote verdiensten als bemiddelaar en onderhandelaar.  

prent

Jacob Buys, Ontmoeting van Adriaan Teding van Berkhout met Johan van Oldenbarneveldt

Om zijn vader te eren geeft Adriaans zoon Paulus Teding van Berkhout (1609-1672), eveneens raad van het Hof van Holland en rekenmeester van de domeinen, de Delftse architectuurschilder Hendrick Cornelisz. van Vliet (ca 1611-1675) de opdracht om een schilderij te maken.

Het Interieur van de Nieuwe Kerk met Adriaans graf in de voorgrond en zijn epitaaf aan de peiler rechts, wordt het resultaat; een uniek schilderij en het enige tot nu toe bekende in opdracht geschilderde architectuurstuk binnen de Hollandse 17e-eeuwse schilderkunst. Door middel van een geraffineerd gebruik van licht en donker en door de inzet van epitaaf, kijker, open koorhek, graf en andere details weet van Vliet de blik van de beschouwer zo te leiden dat deze vervuld wordt door de herinnering aan de bijzondere overledene.

portret

Adriaan Teding van Berkhout, door Jan Anthonisz. van Ravesteyn (c.1572-1657), olie op paneel, 71 x 64 cm, in bezit van de Stichting Teding van Berkhout

Even trok daarom een schokgolf door de gelederen van Museum Prinsenhof Delft toen de familie in 2014 aankondigde het schilderij te willen verkopen. Sinds 1953 was het als bruikleen in het museum te zien geweest en behoorde het tot een van de meest naar het buitenland uitgeleende werken. Steevast werd het aangevraagd als er ook maar ergens een tentoonstelling over Johannes Vermeer plaatsvond (http://prinsenhof-delft.nl/).

Geconfronteerd met de noodzaak tot behoud en beheer van andere familiecollecties, had de familie goede argumenten om het schilderij te willen verkopen. En dus werd allereerst de conservator over dit voornemen ingelicht.

Overtuigd dat het schilderij in Delft thuis hoorde en daar ook moest blijven, vroeg zij mij of ik wellicht wilde meedenken over de te volgen procedure en vervolgens in de vergaderingen met de familie op voorhand een toelichting over de benodigde taxatie voor onderhandse verkoopwaarde bereid was te geven. In goede verstandhouding zou men wellicht tot een gemeenschappelijke opdracht tot taxatie kunnen komen.

En dus zat ik een aantal malen om de tafel in Delft: een keer ter kennismaking, een keer ter verkrijging van de opdracht, en de laatste keer voor de presentatie van de getaxeerde waarde. De goede sfeer van deze bijeenkomsten was een eerbetoon aan Adriaan Teding van Berkhout en aan het schilderij dat ter herinnering aan deze man door Van Vliet werd gemaakt. Zo moet het met dit soort belangrijke kunstwerken!

Hendrik van Vliet